Ik weet nooit zo goed wat dat is, poëzie. Mijn lievelingsmens Fried luistert en leest vaak mijn geschriften. Hij maakt onderscheid tussen Wereldtaal en Droomtaal. Wereldtaal is logisch, beargumenteerd en begrijpelijk voor de Belastingdienst. Droomtaal is het schrijven waarbij logica en leestekens ondergeschikt raken aan de waterval van raaskal die zich uit dromen de dag in dendert. Als dat ermee bedoeld wordt, ja, dan bedrijf ik de poëzie.